Een dag zonder hoed is een dag niet geleefd!

Voordat ik Carla(lalalala) leerde kennen, had ik niet zo veel met hoeden. Niets om precies te zijn. Ik had eigenlijk überhaupt niet al te veel met mode, maar hoeden… Ik voelde me een ontzettende aansteller als ik zo’n ding op mijn hoofd parkeerde. Maar echt. Hysterisch gewoon. Ik voelde me net Gerard Joling tijdens de hoogtijdagen van de Toppers. Je weet wel. Met veren en glitters enzo. Hoewel ik groot fan van Geer ben – ik zou er een column apart over kunnen schrijven – begrijpt u dat hoeden en ik niet zo goed samen gingen.

Ik was overigens ook geen fan van hoeden bij andere mensen. Ok, toegegeven, op sommige plekken, tijdens sommige jaargetijden, vond ik dat sommige mensen er best mee weg kwamen. Op huwelijken bijvoorbeeld. Of als je Máxima heet. Maar in de zomer met vijfentachtig graden Celsius op het strand? Of juist in de winter met windkracht tien en code oranje? Heus, aan de meeste modegrillen kan ik wel wennen, maar ik had nooit gedacht dat ik hier aan zou wennen. Sterker nog, dat ik er van zou gaan houden.

Maar, het geschiedde. En dat alles door de Carlala-hoed. Eerlijk is eerlijk: ik was niet meteen om. De eerste paar (verplichte) keren dat ik het hoofddeksel opzette, voelde ik me alsnog glittery Gerard, maar na een tijdje merkte ik dat ik me stiekem steeds minder hysterisch begon te voelen. Het feit dat de Carlala-hoed waterdicht is en dus ook nog een functie tegen de regen heeft, maakte het hechtingsproces ook net iets makkelijker. Zo van: ok, het staat misschien hysterisch, maar het is een hoed, óf een paraplu. En een paraplu raak je heel snel kwijt, en is te groot om in je tas te doen. Enzo.

Nou goed, de moraal van dit verhaal: hoeden zijn stiekem best wel leuk. Net als Gerard Joling.


Posted

in

,

by

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *